• december 2016


• oktober 2014

Het Mandeveld heeft een rijke historie en heeft niet voor niets een archeologische route. Er zijn vondsten gedaan uit de Hamburgcultuur, van 13.000 tot 10.500 voor Christus. Rond deze tijd werd het klimaat warmer in deze streken en ontstonden er bosjes en struikgewas waar kuddes wilde paarden en rendieren konden leven. Rendierjagers sloegen hun tenten op bij plassen en rivieren en met speren en pijlen, gemaakt van hout en steen sloegen zij hun slag. Alles van de rendieren werd gebruikt, de huid, het vet, het vlees, de beenderen.

Uit de late steentijd zo’n 3.500 tot 4.00 jaar geleden stammen de grafheuvels. In die tijd ging men over van het jagen en verzamelen naar akkerbouw en het weiden van kudden. Doden werden begraven in hunebedden en later in grafheuvels. In deze grafheuvels op het Mandeveld werden naast overblijfselen van mensen ook bijvoorbeeld vuurstenen bijltjes uit die periode gevonden.

De pingo-ruïne, de Harmsdobbe genaamd, stamt zelfs uit de laatste ijstijd die duurde van ongeveer 100.000 -10.000 jaar geleden. Pingo’s (heuvels) ontstonden doordat het ijs niet overal door de permanent bevroren ondergrond kon wegzakken. Het ijs duwde de bovenliggende grond omhoog en zo ontstonden er ijskernheuvels. De Harmsdobbe bevat water maar sommige pingo’s staan ook droog.