juni 2022


Daarom heet Rotterdam Manhattan aan de Maas

Het gemeentebestuur en de Rotterdammers zoeken naar manieren om van het kale, kille imago af te komen. Bij een wereldstad hoort ook cultuur. De eerste pogingen verlopen echter moeizaam. De viering van het 650-jarig bestaan van de stad loopt uit op een mislukking.

Een grote stap wordt gezet met de bebouwing van het Weena, in het hart van de stad. In de jaren zeventig werden alle plannen om hoogbouw te plegen nog tegengehouden door het stadsbestuur, dat traditioneel werd gedomineerd door de Partij van de Arbeid. Hoger dan het Hilton mocht niet. Het Shell-gebouw naast het Hofplein werd in die dagen door wethouder Hans Mentink laatdunkend aangeduid als 'een erectie van het kapitaal'. Nu wordt dus eindelijk het groene licht gegeven voor hoogbouw.

In enkele jaren tijd gaat de skyline van Rotterdam er in deze periode heel anders uitzien. Langzaam maar zeker krijgt de stad weer enige allure.

De Erasmusbrug in 2005

Een ander megaproject (uitgevoerd vanaf 1994) is de Kop van Zuid. Het betreft een ambitieus woon- en werkgebied op de zuidoever. Vooral de Erasmusbrug, gebouwd in 1993-1996, wordt een 'uithangbord' van de nieuwe flair van Rotterdam. Het noorden en zuiden van de stad worden tot één geheel gesmeed. Aan de zuidkant van de brug staan onder meer het nieuwe Luxor Theater en de rechtbank.

In 1995 wordt er serieus gesproken over het opheffen van Rotterdam. Onder aanvoering van burgemeester Bram Peper wil men de stad opdelen in een aantal kleine delen, die tezamen de stadsprovincie Rijnmond zouden moeten uitmaken. Het idee is dat een metropool als de Rijnmond, met de grootste haven ter wereld, beter bestuurd kon worden over de gemeentegrenzen heen, als een stadsprovincie. Rotterdam zou daarbij dus moeten worden opgedeeld. Volgens deskundigen is dat geen gekke gedachte. Echter, het idee dat Rotterdam zou worden opgeheven gaat er bij veel Rotterdammers niet in. Men strijdt voor een referendum en als dit er komt is de uitslag overduidelijk: bijna 90 procent van de stemmers verwerpt het plan. Daarop wordt het wetsvoorstel ingetrokken. Rotterdam houdt aan deze tijd nog wel de deelgemeenten over, die al eerder waren opgericht, mede ter voorbereiding op de vorming van de stadsprovincie.

In 1998 wordt burgemeester Bram Peper benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Het afscheid van de stad is bijzonder wrang vanwege de bonnetjes-affaire.